Content area
Full Text
INNOVATIES IN HET ONTWERPEN VAN VELDEXPERIMENTEN
Onlangs gaf een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) aan dat van de mensen die in Nederland discriminatie ervaren, een op de vijf denkt dat dit te wijten is aan hun etnische afkomst (SCP 2020). In lijn met deze percepties heeft een lange traditie van veldexperimenten laten zien dat etnische minderheden worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. Deze discriminatie is substantieel en niet beperkt tot de Nederlandse context: volgens een recente meta-analyse van veldexperimenten die tussen 1990 en 2015 in OESO-landen zijn uitgevoerd, moeten etnische minderheden gemiddeld vijftig procent meer sollicitatiebrieven schrijven dan de meerderheidsgroep om te worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek (Zschirnt & Ruedin, 2016). Veldexperimenten vergelijken de reacties van werkgevers op fictieve sollicitaties die in alle opzichten identiek zijn, behalve wat betreft de etniciteit van de sollicitant. Vanwege hun interne validiteit worden veldexperimenten algemeen beschouwd als de ‘gouden standaard’ in discriminatieonderzoek en kunnen ze overtuigend bewijs leveren van discriminatie. Tegelijkertijd blijven bij veldexperimenten belangrijke vragen over de rol van de context, doelen en drijfveren van discriminatie onbeantwoord.
In deze studie presenteren we enkele bevindingen van de studie Growth, Equal opportunities, Migration and Markets (GEMM), een internationaal geharmoniseerd veldexperiment uitgevoerd in Groot-Brittannië, Duitsland, Noorwegen, Nederland en Spanje, gefinancierd door de Europese Commissie (projectnummer H2020 649255). Dankzij drie innovatieve aspecten van het experimentele ontwerp van GEMM kunnen we beter begrijpen waar, waarom en tegen wie werkgevers discrimineren (zie voor een overzicht van de GEMM data Lancee, 2019).
Ten eerste is de opzet van de GEMM-studie cross-nationaal en geharmoniseerd. De voordelen van een geharmoniseerd ontwerp zijn tweeledig. Ten eerste kan de mate van discriminatie worden vergeleken tussen landen, en zo kunnen beleidsmakers geïnformeerd worden over de ernst van discriminatie ten opzichte van andere landen. Een tweede voordeel van cross-nationale data is dat ze een vergelijking mogelijk maken van institutionele contexten, wat cruciaal is om in kaart te brengen waarom discriminatie verschilt tussen landen.
Een tweede innovatie van de GEMM-studie is het opnemen van een groot aantal etnische groepen in verschillende landen (‘dubbelvergelijkend’ design: Van Tubergen et al., 2004). Dit heeft verschillende voordelen. Ten eerste weerspiegelen dit soort designs de geografische en demografische complexiteit (‘superdiversity’: Vertovec, 2007) van hedendaagse migratiestromen. Als zodanig zijn ze ideaal om te begrijpen wie...